Door deze reis werd het hart van Peter bewogen om
iets voor zijn landgenoten te gaan doen. Zo werd de
Stichting Rwandese Gemeenschap in Nederland
opgericht. Later werd de naam hiervan gewijzigd in
“Stichting Geloof, Hoop en Liefde”, vanwege de
duidelijk christelijke signatuur van de stichting.
In oktober 1995 bij de oprichting van de stichting
“Geloof, Hoop en Liefde” schrijft Peter over zijn
visie:
Het ontstaan van een visie. Enkhuizen, 31 oktober
1995
De afgelopen maanden is Rwanda veel in het nieuws
geweest. In april 1994 werden meer dan een half
miljoen mensen, waaronder vrouwen en kinderen, op
brute wijze afgeslacht met hakmessen en stokken,
vaak door hun eigen buren. Het is moeilijk om je de
omvang van dit bloedvergieten en de daaruit
voortvloeiende chaos voor te stellen, te meer daar
dit gehele drama zich slechts in een tijdsperiode
van luttele weken heeft afgespeeld. Buren, die
elkaar afslachtten, zonder het gebruik van moderne
wapens. Het resultaat was de droevige balans van
naar schatting een miljoen weeskinderen en veel
oudere mensen, die alleen overbleven zonder enige
vorm van inkomen. Ook zijn er nu talloze weduwen,
daar veel jonge mannen vochten in de oorlog en
daarbij hun leven verloren. Veel jonge vrouwen en
meisjes werden verkracht en zitten nu met ongewenste
kinderen.
Deze kinderen krijgen vaak geen hulp en er is
niemand die voor ze zorgt.
Veel Nederlanders hadden zelfs nog nooit van Rwanda
gehoord. Wij kunnen nauwelijks bevatten hoe zo'n
moordpartij in de 20e eeuw in zo'n klein landje
heeft kunnen plaatsvinden. Het lijkt onwerkelijk.
Voor mij is het echter wel echt en het raakt aan
mij. Veel van de mensen, die in de oorlog gesneuveld
zijn, zijn mijn familie en vrienden. Mijn enige
broer is hoogstwaarschijnlijk ook gestorven,
alhoewel dit nog niet officieel bevestigd is.
Ik herinner mij, dat toen ik als kind opgroeide in
Rwanda, huizen in brand gestoken werden en hoe ik
moest vluchten naar de dichtstbijzijnde kerk. Ik
herinner mij de jaren, dat wij als vluchtelingen
leefden in Oeganda onder het schrikbewind van Idi
Amin en Obote. Ik heb lijden meegemaakt en veel
tragedie, vernietiging en pijn, maar op een of
andere manier heb ik overleefd. De afgelopen negen
jaar woon ik in Nederland, comfortabel en in alle
rust. Maar ik heb mij lange tijd afgevraagd: Waarom
ben ik hier? Waar leef ik voor? Waarom heeft God mij
beschermd? Ik had al lang dood moeten zijn! Sinds
het afgelopen jaar zijn vele dingen duidelijk
geworden. God heeft mij geroepen om Hem te dienen
door de mensen in Rwanda te dienen, en wellicht ook
mensen op andere plaatsen, die lijden. Daarom hebben
mijn vrouw en ik samen met andere vrienden deze
organisatie opgericht. De taak is eigenlijk veel te
groot voor mij, maar ik geloof dat God een doel met
dit alles heeft en Hem kunnen wij vertrouwen. Het is
onze stellige overtuiging, dat alleen wanneer mensen
in Rwanda Jezus zullen kennen als hun Redder, zij in
staat zullen zijn elkander te vergeven en zodoende
de eindeloze cyclus van haat, bitterheid en moord te
doorbreken.
Op dit moment werken wij, zoals wellicht bekend,
samen met Kinderhulp Afrika, die twee weeshuizen
runt, in Oeganda en in Butare in Rwanda. De
gezamenlijke kosten voor deze weeshuizen bedragen
ca. USD. 8000,-per maand. Ons is gevraagd om op
termijn het weeshuis in Rwanda over te nemen. Op dit
moment bezitten wij nog niet de financiële
draagkracht daarvoor. Wel ondersteunen wij zoveel
mogelijk. Onze visie is echter om in samenwerking
met de Rwandese kerken in de omgeving van het dit
project te runnen.
Ons lange termijn doel is te komen tot het punt,
waarop wij dit project loslaten en de kerken, de
mensen uit Rwanda zelf dus, het verder opnemen,
zonder hulp van buitenaf. De ander helpen zichzelf
te helpen.
Op korte termijn stellen wij ons tot doel om geld in
te zamelen voor voedsel, kleding en medicijnen.
Voorts christelijke zorg, liefde en training van
stafmedewerkers. Op den duur meer weeshuizen,
leraren, medisch personeel, training etc.
Dit is een kritische tijd voor Rwanda en in het
bijzonder voor de een miljoen ouderloze kinderen,
zonder hoop. Wij hebben uw hulp nodig; zij hebben uw
hulp nodig. Ons doel is om geloof, hoop en liefde te
brengen. Wij willen nu tegemoet komen aan de
geestelijke en materiële noden van de weduwen, wezen
en andere behoeftigen in Rwanda. Zelfs wanneer alles
goed gaat is de gemiddelde levensduur in Rwanda
slechts 50 jaar. Wij hopen en bidden door God
gebruikt te worden tot zegen voor de mensen in
Rwanda en later wellicht ook elders in de wereld.
Dat mensen redding, genezing, vrede en eeuwig leven
door Jezus Christus zullen mogen vinden.
Mijn persoonlijke motivatie om dit werk te doen kort
samengevat:
1) Mijn persoonlijke ervaring, gebaseerd op mijn
achtergrond als vluchteling. Door mijn eigen
ervaring met lijden ben ik in staat om mij in de
nood van veel van deze mensen te verplaatsen.
2) Mijn bewogenheid, gebaseerd op geloof, hoop,
liefde en vergeving, welke ik zelf gevonden heb in
Jezus Christus.
3) De bemoediging die ik ontvang van mijn teamleden.
Namens de Stichting “Geloof, Hoop en Liefde”
Peter A. Gatete, voorzitter.
Onze eerste activiteit in Rwanda bestond uit steun
aan weeshuizen. Aanvankelijk hebben wij enige tijd
samengewerkt met de Stichting “Kinderhulp Afrika”.
Zij runden twee weeshuizen, één in Rwanda. Om
verschillende redenen hebben wij echter verkozen om
eigen projecten op te gaan starten.
Ons eerste eigen project:
Tijdens een oriëntatiereis in 1996 kwamen wij in
contact met de URUNANA-Association. Tien vrouwen,
waaronder een zus van Peter Gatete, hebben zich
verenigd met als doel: winstgevende ontwikkeling
door samenwerking. Zij huren een werkruimte en
enkele naaimachines en zij houden zich bezig met het
vervaardigen van kinderkleding, japonnen en
tafelkleedjes. Wat deze vrouwen nodig hadden was
scholing, naailes, en geld om meerdere naaimachines
te kunnen huren, naaimaterialen en stoffen. Wij
besloten fondsen te gaan werven om dit mogelijk te
maken. Deze vrouwen hadden allen 1-4 weeskinderen
geadopteerd. In een afzonderlijk project hebben wij
de zorg voor deze 25 weeskinderen op ons genomen
voor de duur van de opleiding van deze vrouwen. Dit
project heeft de grondslag gelegd voor onze latere
naaischool. In de financiering van dit project
hebben wij samengewerkt met de “Wilde Ganzen”, die
de inkomende gelden van collecte en sponsors
verdubbelden. De “Wilde Ganzen” steunen
kleinschalige projecten in ontwikkelingslanden.
Uit de URUNANA ASSOCIATION is in 1996 de
“Association Hope” ontstaan. Deze is de derde poot
van onze stichting, gevestigd in Rwanda. Zij houdt
zich bezig met de keuze van projecten in overleg met
“Nederland”. Voorts draagt zij zorg voor de
uitvoering van de projecten in Rwanda, boekhouding,
verslaglegging, organisatie, controle etc.
De eerste jaren zijn wij voornamelijk bezig geweest
met dit uitgroeiende project van naailessen. Wij
hadden een lerares aangetrokken. Het aantal
leerlingen steeg. Met name ook uit de weeskinderen
wilden velen leren naaien. Wij wilden gaan voorzien
in een eigen onderkomen. Het gebouwtje wat wij
hiervoor aangekocht hadden, wat stond aan een
belangrijke doorgangsweg naar Kigali, de hoofdstad
van Rwanda, werd door de regering afgekeurd als
zijnde niet representatief, waardoor wij gedwongen
werden tot nieuwbouw. Dit was een hele stap voor een
kleine stichting, maar we hebben op God vertrouwd en
werden van alle kanten geholpen. M.b.v. de “Wilde
Ganzen”, ncdo (Nationale commissie voor duurzame
samenwerking en ontwikkeling) en “Metterdaad” van de
E.O. Hebben wij twee gebouwtjes voor onze
“naaischool” kunnen optrekken. Voorts moest er nog
hekwerk omheen komen en de bestrating moest worden
verzorgd.
Eind 2000 zijn wij een projectje opgestart voor een
minibus om onze leerlingen naar de naaischool te
kunnen vervoeren, omdat de afstand te groot is om te
lopen. Deze minibus zou dan ook als “matatu”,
minibustaxi, kunnen fungeren en zo zijn kosten
kunnen opbrengen. Middels onze jaarcollecte in
Enkhuizen, welke verdubbeld werd door de ncdo,
hebben wij dit snel kunnen realiseren en reed de bus
eind februari 2001.
In 2001 zijn hadden wij voor een project te starten,
waarin 30 weeskinderen zich een inkomen zouden
verschaffen middels kleine handeltjes. Zij zouden
houtskool verkopen, nog alom gebruikte brandstof in
Rwanda, verder levensmiddelen als aardappelen,
rijst, maïs, noten, bonen, tomaten, uien en
wortelen. Zij zouden vanuit verplaatsbare kiosken
zaken kunnen verkopen als koek en snoep, biscuits,
cakes, brood, lucifers, batterijen, pennen, zeep,
schriften voor school, tassen etc., of ze zouden
melk en melkproducten aan de man kunnen brengen,
frisdranken en snacks en tenslotte tweedehands
artikelen zoals gedragen kleding. Wij zouden voor
elk van deze jongeren in een startkapitaal willen
voorzien. Helaas is dit project niets geworden omdat
wij er geen sponsors voor konden vinden.
Wij zijn in de loop der jaren natuurlijk regelmatig
naar Rwanda geweest om onze naaischool en de
weeskinderen onder onze hoede te bezoeken. Zo ook in
2001. In dit jaar kwamen wij in contact met een koor
“Impanda”, “De Bazuin”. De 25 vrouwen van dit koor
wilden zich verenigen in een coöperatie om groenten
te verkopen. Dit werd ons nieuwe project. Wij hebben
voorzien in fondsen voor de inkoop van groentes, een
ruimte gehuurd voor opslag en verkoop en voorzien in
noodzakelijke attributen voor de winkel, zoals
weegschalen. In eerste instantie is dit project niet
winstgevend geweest door de invloed van
tussenhandelaren, slechte oogsten vanwege
weerscondities, waardoor de inkoopprijzen omhoog
schoten en de hoge huurprijzen van de “winkel” en de
opslag. Later hebben wij de tussenhandel vermeden en
zijn rechtstreeks gaan inkopen van de telers.
Uiteindelijk bleek huis aan huis verkoop veel beter
te werken als vanuit een winkel en werd het project
winstgevend en is het draaiend tot op dit moment. De
mensen die hun startkapitaal vanuit dit fonds hebben
gekregen moeten periodiek een bedrag afdragen. Dit
geld wordt gebruikt om de van allerarmsten een kans
te bieden om middels een startkapitaal in dit
project te participeren.
In de loop der tijd werd ook duidelijk dat de
leerlingen van onze naaischool na hun opleiding
verder geholpen moesten worden. Een diploma was
geenszins een garantie voor het vinden van een baan.
Om voor zichzelf te kunnen gaan beginnen hebben zij
een naaimachine en een startkapitaal nodig en
hiervoor zijn wij ons hard gaan maken. Eind 2003
bereikt de eerste zending van 30 gereviseerde
naaimachines vanuit Nederland Rwanda. Wij hebben
hierin samengewerkt met de Stichting “Derde Wereld
Werkplaats” uit Teteringen bij Breda. Zij hebben ook
het vervoer voor ons geregeld per schip. Zo konden
wij verschillende gediplomeerden blij maken met een
eigen machine en een startkapitaal. Een tiental
naaimachines was bestemd voor de naaischool ter
uitbreiding en vervanging van defect materiaal. De
naaischool is een stukje structurele hulp geworden.
Wij hebben ons eraan verbonden om de naaischool te
blijven exploiteren. Met name de jaarcollecte in
Enkhuizen is steeds voor alle kosten van de
naaischool. Zo is een naaicursus aan enkele weduwen
uitgegroeid tot een naaischool, een hulpprojectje
geworden tot een stuk structurele hulp. Op de
naaischool is momenteel plaats voor zo'n dertig
leerlingen.
In 2003 waren wij ook voornemens een kleine
eetgelegenheid te beginnen in Kigali, Rwanda. Dit
project sprak blijkbaar zeer tot de verbeelding,
want in zeer korte tijd mochten we de benodigde
fondsen hiervoor binnen krijgen. In Rwanda blijk je
een te huren pand soms zelf te moeten verbouwen. Met
ons pand voor het restaurant werden wij hier ook mee
geconfronteerd. Zo duurde het tot 2004 voor ons
“restaurant” kon worden geopend. In de loop van de
tijd hebben wij heel wat besognes gehad rond het
restaurant en voor ons westerlingen niet te
begrijpen situaties, maar het restaurant leeft nog.
In 2004 gaat door een erfenis de hartenwens van onze
voorzitter, Peter Gatete, in vervulling om één keer
met zijn hele gezin naar Rwanda te kunnen gaan. Zij
gaan samen met een delegatie van de stichting.
Tijdens hun verblijf wordt er een computer
geïnstalleerd op de naaischool, een geweldige gift
van de kerkelijke gemeente van een van onze
bestuursleden, Bas Roemers. Zo wordt de communicatie
met Association Hope en de naaischool sterk
verbeterd.
Wederom worden vijftig naaimachines dit jaar naar
Rwanda verscheept via de voornoemde Stichting “Derde
Wereld Werkplaats” bestemd voor gediplomeerden en
voor de naaischool zelf.
De projecten van het “restaurant” en van de
coöperatie voor de verkoop van groenten moeten nu op
eigen benen verder en worden als afgerond beschouwd.
Tijdens ons verblijf in Rwanda dit jaar is sympathie
ontstaan voor een Aids-project, waarin met name
kinderen worden geholpen. Voor de duur van twee jaar
besloten wij een deel van dit project voor onze
rekening te nemen. In ons nieuwe project willen wij
de kosten gaan betalen voor een groep van 64
kinderen/jongeren. Vierenveertig kinderen willen wij
helpen om naar de basisschool te kunnen gaan.
Twintig jongeren willen wij in de gelegenheid
stellen om vakonderricht te krijgen. Naast
schoolgelden hebben zij schooluniformen nodig, welke
verplicht zijn in Rwanda, voorts boeken en
schrijfmaterialen. In samenwerking met de stichting
“Edukans, die zich speciaal richt op educatie van
kansarmen in de Derde Wereld, zijn wij dit project
gestart.
In 2005 zijn wij bezig fondsen te werven voor het
project van de Aids-kinderen. Dit jaar bezocht Frans
Nijhof, een van onze bestuursleden, wederom Rwanda,
op uitnodiging van verschillende kerkelijke
gemeenten in Rwanda. Frans is een voormalig
zendeling en prediker. Onze stichting is niet alleen
bezig met materiële hulp, maar wil vooreerst de kerk
van Rwanda ondersteunen.
Onze visie is geestelijk. Hieronder zal Frans
verslag doen voor geïnteresseerden van wat wij op
geestelijk gebied hebben mogen realiseren in Rwanda
sinds 1994.
2006 Wij werven fondsen voor een nieuwe zending
naaimachines dit jaar.
Tijdens een onverwacht bezoek van Peter Gatete en
zijn vrouw aan Rwanda vanwege het overlijden van
Peters moeder, komt Peter in aanraking met een
kapper. Deze is bereid om les te geven en zo
jongeren het vak te leren. Met het oog hierop willen
wij hem helpen om een start te maken met een eigen
zaak. In onze nieuwsbrief van april 2006 wordt hier
gewag van gemaakt. Ook hiervoor werven wij fondsen. |